Hout stoken: Hou het gezellig, voor uzelf en voor uw buurt

1. Laat het vuur uit als het windstil of mistig is.Kijk op de website Stookwijzer om te zien of u kunt stoken. Het RIVM geeft per provincie een Stookalert af op momenten dat er weinig wind is en de luchtkwaliteit al slecht is. Stook niet als er een stookalert geldt. U kunt zich voor het stookalert aanmelden op de webpagina van het RIVM over het Stookalert.
2. Stook alleen droog hout.Droog hout geeft de minste fijnstof en rook. Droog hout herkent u aan de barsten of een schors die loslaat. Hout dat u zelf gehakt hebt moet u minstens 2 jaar laten drogen. U kunt de droogte van het hout ook meten met een eenvoudig vochtmetertje. Het hout is goed om te stoken als er minder dan 20 procent vocht in zit.
3. Stook geen geverfd of behandeld hout.Bij de verbranding van dit soort hout komen giftige stoffen vrij, daarom is het zelfs verboden. Ook gelijmd hout, zoals spaanplaat, vlokkenplaten en laminaatvloeren, hoort niet in de haard of kachel. Papier en karton verbranden is verboden: het geeft namelijk veel rook en vliegas, as die niet blijft liggen, maar met de rook mee de lucht in vliegt. Gebruik dus alleen schoon hout dat niet bewerkt is.
4. Maak het vuur aan met de Zwitserse methode of volg de handleiding.Volg altijd de handleiding bij uw houtkachel of houthaard voor het vullen en aansteken van het vuur. Zit er geen handleiding bij? Of hebt u nog een oude open haard of oude houtkachel? Gebruik dan de Zwitserse methode. Dat is misschien anders dan u gewend bent. Stapel het hout op elkaar met genoeg ruimte ertussen. Begin met dikke blokken onderin en leg daar dunnere aanmaakhoutjes op. Eindig met een aanmaakblokje bovenop en steek het vuur daarna van bovenaf aan. Zo start het vuur beter en sneller op. Met als resultaat minder rook in en om uw huis en dus minder overlast voor de buren.
5. Zet een raam of de ventilatieroosters openZorg voor voldoende frisse lucht in de ruimte waar u stookt. Een houtvuur gebruikt namelijk veel lucht (zuurstof). Het vuur kan dan lucht aantrekken en de rook kan via de schoorsteen naar buiten. Ook zorgt u dan voor gezondere lucht in huis.
6. Houd de luchttoevoer, altijd, helemaal openVoor een goede verbranding heeft vuur genoeg lucht, zuurstof, nodig. Er komen dan minder schadelijke stoffen vrij. Zet de uitlaatklep naar de schoorsteen daarom helemaal open als u stookt. Zet bij een oudere houtkachel de luchttoevoerklep van de kachel open. Nieuwere houtkachels regelen automatisch dat er genoeg lucht bij het vuur komt. Wordt het vuur te heet? Voeg dan minder hout toe en zet een raampje open.
7. Controleer de kleur van de vlam en de rookEen goed vuur heeft gele, gelijkmatige vlammen en er komt bijna geen rook uit de schoorsteen. Oranje vlammen en donkere rook geven aan dat de verbranding niet goed is: zorg dan voor meer luchtaanvoer.
8. Laat een houtvuur vanzelf uitbrandenWant als u een houtvuur uit maakt door de luchttoevoer te verminderen, komen veel schadelijke stoffen vrij.

Ervaart u overlast door houtrook?

Overlast melden bij de gemeente

Laat de schoorsteen vegen