Door de westerstorm in januari en met name de extreme droogte vanaf medio mei stijgen de brandweerkosten in Limburg-Noord dit jaar naar verwachting met bijna een half miljoen euro. De stijging van de kosten wordt niet alleen veroorzaakt door een hoger aantal incidenten, maar ook door de omvang en de gevraagde inzet. Met name natuurbranden zijn lastig te bestrijden en nemen vaak een langere periode in beslag. Alleen al in de maand juli was de brandweer in Limburg-Noord actief bij het bestrijden van 50 natuurbranden. Het extreme weer zorgt dit jaar naar verwachting voor een stijging van het aantal inzetten met bijna 10% ten opzichte van voorgaande jaren. Ook de extra grootte van de inzetten heeft gevolgen voor de prognose voor het jaar 2018. Zo waren bij alleinzetten met de hoogste prioriteit (prio-1) in juli 2018 gemiddeld 3,5 repressieve voertuigen betrokken. In de vergelijkbare perioden in 2016 en 2017 waren dat gemiddeld 1 tot 1,5 voertuig minder. Meer voertuigen betekent ook meer inzet van mankracht. En dus ook extra kosten.
Paraatheid
De druk op de brandweer is dit jaar door het extreme weer dus extra groot en dat terwijl de paraatheid van de brandweer landelijk en ook in deze regio steeds meer onder druk staat. Maatschappelijke ontwikkelingen zoals de 24-uurs economie en verdergaande individualisering leiden er toe dat vrijwilligers vooral overdag niet altijd voldoende beschikbaar kunnen zijn. Daarnaast zorgt de toenemende vergrijzing binnen de korpsen voor veel natuurlijke uitstroom de komende jaren. Om de paraatheid op peil te houden en de uitstroom op te vangen moeten vanaf dit jaar 20% meer nieuwe vrijwilligers worden opgeleid. Ook dit leidt tot extra kosten voor de brandweerzorg.
Halfjaar cijfers
De stijging van de brandweerkosten maakt onderdeel uit van de halfjaar cijfers van Veiligheidsregio Limburg-Noord. Door de veiligheidsregio zijn het afgelopen half jaar diverse maatregelen genomen om de overschrijding binnen de perken te houden. Door het effect hiervan en andere incidentele voordelen, blijft de overschrijding beperkt tot € 343.000. De veiligheidsregio spreekt hiervoor haar weerstandsreserve aan, die er voor dit doel is. Overigens wordt, door gestegen loonkosten, wel een extra bijdrage van de 15 gemeenten gevraagd.